doop-opdragen

In onze kerken kennen we naast de doop van volwassen die niet eerder gedoopt zijn, als gereformeerde kerk de kinderdoop. Hoewel de kinderdoop het uitgangspunt is er voor ouders die kiezen voor de geloofsdoop gelegenheid om hun kinderen op te laten dragen.

Kinderdoop of volwassendoop? Het gesprek over dit onderwerp blijft de kerken regelmatig bezighouden. In het verleden was het vooral een verschil tussen strak begrensde kerkelijke zuilen. Was je voorstander van de kinderdoop dan hoorde je bij een ‘’traditionele” kerk en koos je voor volwassendoop dan ging je naar een evangelische gemeente.
Daar komt nog bij dat in het verleden Nederland een christelijk land was. Daardoor waren kerken en groepen vooral gericht op het onderlinge onderscheid.  Nu de secularisatie de kerk tot een minderheid heeft gemaakt, zijn de fronten verschoven. Kerken ontkennen de onderlinge verschillen niet, maar beseffen veel duidelijker dan vroeger dat we verbonden zijn in het ene geloof en dat het onze opdracht is om in de wereld samen van Gods liefde te getuigen. Mede daardoor zijn de grenzen tussen de kerken minder scherp geworden, ook met betrekking tot de doop. Het komt regelmatig voor dat gelovigen die uit de traditionele kerken komen, zich als volwassene laten dopen en toch lid blijven van hun kerk. Ook zien we vaker dat mensen met een evangelische achtergrond lid worden van een 'traditionele kerk', terwijl hun opvatting over de doop ongewijzigd is gebleven.
De vraag of onmondige kinderen van gelovige ouders gedoopt mogen worden of dat de doop alleen na een persoonlijke geloofsbelijdenis mag worden bediend blijft een belangrijke vraag. Over zo’n vraag moet een kerk ook een duidelijk standpunt hebben. Zo zal een reformatorische kerk nooit iemand dopen die al eerder als kind gedoopt is. En ook zal een baptistengemeenten nooit een baby dopen. Maar tegelijk beseffen we steeds sterker dat het niet goed is om elkaar om een ander doopvisie  buiten te sluiten. Steeds meer baptisten accepteren leden die als kind gedoopt zijn en daarna door belijdenis hun geloof in de Here Jezus hebben bevestigd als lid in volle rechten. En ook traditionele kerken zullen leden die zich elders na kinderdoop als volwassene hebben laten dopen niet meer onder de tucht plaatsen of vragen te vertrekken.
Als kerk/gemeente blijf je duidelijk over je eigen standpunt maar tegelijk is er binnen de kerk/gemeente meer ruimte voor leden met een afwijkende mening. De ellende van allerlei kerkscheuringen heeft echter het besef gebracht dat we iemand pas als gemeentelid mogen weigeren als zij door “geloof” of levensstijl laat zien dat ze geen kind van God zijn. De kerk/gemeente is geen club eensgezinden, maar het Lichaam van Christus.

We merken de bovengenoemde verschuivingen ook in onze eigen gemeente. De kerkenraad heeft onze positie met betrekking tot deze vragen nog eens op een rij gezet (zie teskt besluit).
Voor het overgrote deel zijn dit bekende standpunten. We hebben kiezen echter op één onderdeel voor een “ander” standpunt. We blijven kiezen voor de kinderdoop. Maar als ouders deze keus niet onderschrijven willen we hen ruimte bieden.  Als zij ook na een open gesprek toch afzien van de kinderdoop, willen we ook in de eredienst uit laten komen dat we wel om hen heen staan met het oog op de christelijk opvoeding.
Ook in die situatie vinden wij het gepast om rond de geboorte in de gemeente een moment te hebben, waarin we de Heer danken voor de geboorte van hun kind. Er wordt dan voor het kind en voor de ouders gebeden. Ook willen wij hen Gods zegen mee geven.
Nogmaals, de keus om zo’n moment van voorbede en zegen mogelijk te maken betekent niet, dat we minder hechten aan de kinderdoop of dat we het een onbelangrijk onderwerp vinden, integendeel.
Maar dit verschil van mening betekent niet, dat we elkaar loslaten. We blijven biddend met elkaar verbonden en mogen elkaar op zo’n belangrijk moment ook Gods zegen meegeven.

 

kerkenraadsbesluit 8 mei 2019.
1. We zijn een kerk die voor de kinderdoop kiest!
2. Wie voor de volwassendoop kiest kan lid worden/blijven van de gemeente, zolang men de keus
    voor volwassendoop niet drijft*. Men kan dan ook ingezet worden bij alle taken in de gemeente; 
3. De belijdenis die uitgesproken is bij de volwassendoop, wordt door ons erkend. Daarom worden
    mensen die als volwassene gedoopt zijn, bij ons als belijdende leden ingeschreven;
4.  Als ouders na een open gesprek met de kerkenraad over de kinderdoop daar toch niet van
      overtuigd zijn, maar wel graag in het midden van de gemeente een moment van zegen en
      voorbede (opdragen) verlangen is dit mogelijk.
5. niet gedoopte kinderen van gemeenteleden worden niet anders behandeld dan gedoopte
    leeftijdsgenoten.
6. Van ambtsdragers wordt veronderstelt dat zij de drie formulieren van enigheid onderschrijven
    (zie art.17 AKS, zie onder). Als een ambtsdrager dit niet geheel voor zijn of haar rekening kan
    nemen en hiervan verantwoording aflegt aan de kerkenraad, kan de raad hier genoegen mee
    nemen. De betreffende ambtsdrager kan dan verder functioneren. Ook hier geldt dan dat dit
    verschil van mening niet “gedreven”* wordt en er kunnen praktische afspraken gemaakt worden
    over doopgesprekken etc.
* drijven is een oude uitdrukking voor doordrukken of drammen.

                                                                                                                                                       TERUG